BoviLab werkt niet alleen met de transitieslide maar ook met de leverfunctieslide. De transitieslide gebruik je voor monitoring van de transitieperiode. Als vervolg daarop, kun je met de leverfunctieslide het functioneren van de lever meten.
De transitieslide van BoviLab meet op calcium, magnesium, fosfor, beta-hydroxyboterzuur (BHBZ), vrije vetzuren (NEFA’s) en ureum. De leverfunctieslide meet het bloed op leverenzymen, albumine, eiwit, glucose en het totale cholesterol. Als er veel leverenzymen meetbaar zijn in het bloed dan is er veel leverschade.
Als je gebruik maakt van BoviLab meet je bloed van verse- en droge koeien. Voor verse koeien geldt dat ze niet langer dan tien dagen geleden hebben afgekalfd. Na deze tijd zijn de meeste bloedwaarden weer op niveau en is het moeilijk om afwijkingen vast te stellen. Behalve bij BHBZ. Dit kan in de eerste paar weken na afkalven nog hoge waardes hebben.
Een laagdrempelige manier om de hoeveelheid BHBZ bij koeien aan te tonen is door gebruik te maken van een ketonmeter (stripje) dat een overmaat BHBZ in het bloed meet. Hiermee kan je vaststellen of koeien al dan niet last hebben van ketose. Het is dus zinvol om koeien die je als verse koe met BoviLab onderzocht hebt, te vervolgen met een ketonenmeter.
Met de leverfunctieslide van BoviLab meet je het functioneren van de lever. Een slecht functionerende lever, zoals bij leververvetting kan leiden tot ketose.
Als koeien in een negatieve energiebalans (NEB) zitten komen er vrije vetzuren vrij uit het vetweefsel. Deze vetzuren worden ook wel NEFA’s genoemd. Een gezonde lever zet de vrijgekomen NEFA’s alsnog om in energie. Als er voor het afkalven te veel NEFA’s vrijkomen en de lever ze niet volledig kan gebruiken of wanneer de lever vervet is, dan komt er na het afkalven een te hoge mate van BHBZ voor. Met BoviLab kan je de oorzaak van de verstoorde leverfunctie achterhalen en hier een advies over geven.