Het blauwtongvirus teistert de Vlaamse veestapel met ongekende gevolgen. Niet alleen schapenhouders, maar nu ook melkveehouders worden hard getroffen, met een schokkend productieverlies van 30 liter melk per koe. Experts waarschuwen dat de impact op melkvee is onderschat. Ondanks de ernst van de situatie biedt vroege detectie hoop op beperking van de schade. Veehouders worden opgeroepen tot vaccinatie en het nemen van preventieve maatregelen, zoals goede ventilatie. Met het virus dat mogelijk tot in de herfst actief blijft, staat de sector voor grote uitdagingen.
Vroege detectie en schadebeperking
Bart Van den Hout, een melkveehouder uit Limburg, is een van de weinigen die bereid was om te getuigen over de gevolgen van het virus. Dankzij vroege detectie heeft hij de schade kunnen beperken. ‘Wij hebben geen sterfgevallen, maar wel een sterke terugval van de melkgift,’ verklaart hij. Hij benadrukt dat tijdige maatregelen essentieel zijn om de impact van het virus te beperken.
Preventieve maatregelen
Dierengezondheidszorg Vlaanderen (DGZ) adviseert veehouders om hun stallen goed te ventileren. Dit omdat knutten, de overbrengers van het virus, niet van luchtstromen houden. Daarnaast wordt vaccinatie sterk aangeraden voor veehouders die nog niet door het virus zijn getroffen. ‘Als het virus al woedt, heeft inenten geen zin meer en is het zaak om de ziekte te laten uitrazen,’ aldus DGZ-dierenarts Koen De Bleecker.
Verspreiding in Europa
Het blauwtongvirus, specifiek serotype 3, verspreidt zich niet alleen in Vlaanderen, maar ook in andere delen van Europa. WUR-expert Piet van Rijn roept veehouders op om te vaccineren en herinnert aan de effectieve vaccinatieaanpak tijdens de epidemie van 2006-2008. Ondanks de vaccinatie worden dieren ziek, wat volgens Van Rijn komt doordat serotype 3 agressiever is dan het eerdere serotype 8.
Huidige situatie in Nederland
In Nederland stijgt het aantal besmettingen snel, met op 15 augustus 2024 al 3.807 geregistreerde gevallen. Agractie en LTO zijn tevreden met de verlenging van de uitrijdperiode voor mest, maar blijven zich zorgen maken over de mestmarkt en de voortdurende verspreiding van het virus. Schapen- en rundveehouders worden geadviseerd om hun dieren opnieuw te vaccineren na 4-5 weken.
Financiële ondersteuning en toekomstperspectief
In verschillende Europese landen, waaronder Frankrijk, Luxemburg en België, wordt vaccinatie deels vergoed. LTO pleit voor een dergelijke tegemoetkoming ook in Nederland. ‘Het kan dus, ook de wetgeving geeft die ruimte. Het besluit ligt bij de minister,’ aldus Ria Derks van de LTO-vakgroep Melkveehouderij. Ondanks de huidige uitdagingen biedt een effectieve vaccinatiecampagne hoop op het terugdringen van de ziekte.
